Loondoorbetaling tijdens ziekte – Hoe recht soms ontzettend krom kan zijn

Werkgeefster – destijds een goede vriend van werknemer – heeft werknemer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aangeboden zonder proeftijd. Werkgeefster heeft kledingboetiek, een eenmanszaak. De vriend zou gaan werken als verkoper. Nog voordat de arbeidsovereenkomst aanvangt, meldt werknemer zich ziek. Werknemer heeft nog geen hele dag gewerkt voor roseewerkgeefster. Werkgeefster had geen verzuimverzekering moest wel direct gedurende twee jaar zijn loon doorbetalen. Partijen hadden geen rekening gehouden met dit scenario. Werkgeefster doet een ontbindingsverzoek op de e-, g- en h-grond. De kantonrechter wijst het verzoek af vanwege het opzegverbod. De kantonrechter heeft nota genomen van de persoonlijke brief van werkgeefster over wat dit haar als (piep)kleine werkgever, persoonlijk en zakelijk doet. Maar helaas maakt de wet qua verplichting en duur van de loondoorbetaling geen onderscheid tussen grote werkgevers en kleine werkgevers. Werkgeefster dient het loon door te betalen volgens artikel 7:629 BW en kan in dit geval niet onder die verplichting uit komen door ontbinding te vragen op de ‘h-grond’. Het moeilijk of niet kunnen voldoen aan de loondoorbetalingsverplichting valt volledig in de risicosfeer van werkgeefster. Zie Rb Overijssel 16 februari 2017 (ECLI:NL:RBOVE:2017:821)