Legitieme portie: eerdere giften tellen mee!

Legitieme portie

De legitieme portie oftewel het wettelijk erfdeel van een kind is het gedeelte van de erfenis van de ouder waarop het kind altijd recht heeft. De legitieme portie is de helft van het gewone erfdeel. De legitieme portie geeft alleen recht op een geldvordering. Een onterfd kind kan dus geen goederen opeisen.

De langstlevende echtgenoot, de ouders en de stief- of pleegkinderen van de overledene hebben geen recht op een legitieme portie.

Vermogen bij leven al weggegeven?

Wat nu als ouders bij leven het ene kind meer hebben bevoordeeld dan het andere? Of als een groot deel van het vermogen is weggegeven aan een goed doel? Moet het ‘zwarte schaap’ van de familie genoegen nemen met een legitieme portie berekend op basis van datgene wat er nog resteerde op datum overlijden van zijn vader of moeder?

Het antwoord is: nee.

Op grond van art. 4:65 BW moet de waarde van de goederen der nalatenschap vermeerderd worden met bepaalde schenkingen die de erflater (de overledene) bij leven heeft gedaan.

Om te berekenen hoeveel de legitieme portie bedraagt, moet dus niet alleen gekeken worden naar het vermogen van de erflater per datum van overlijden, maar ook naar de giften die hij of zij bij leven heeft gedaan. Daarbij gaat het onder meer om alle giften die ooit aan de kinderen en kleinkinderen zijn gedaan. Gebruikelijke giften die niet bovenmatig waren, bijvoorbeeld normale verjaardagscadeaus of kleine donaties aan goede doelen, blijven buiten beschouwing.

Ook bovenmatige giften die de erflater in de periode van vijf jaar vóór zijn overlijden aan anderen heeft gedaan, zoals aan goede doelen, moeten worden meegerekend.

De legitieme portie wordt berekend over het saldo van de nalatenschap (bezittingen min de schulden) vermeerderd met de giften. Als er bij overlijden te weinig vermogen over is om de legitieme portie uit te kunnen keren, kan dat betekenen dat de begunstigde de ontvangen schenkingen alsnog moet afdragen aan de legitimaris.

Voorbeeld

Stel dat een man bij overlijden een woning had ter waarde van € 200.000, een hypotheekschuld van € 200.000 en een banksaldo van € 10.000, en verder geen andere bezittingen of schulden. Hij had twee kinderen, een zoon en dochter. De zoon is onterfd. Op het eerste gezicht is er € 10.000 te verdelen en bedraagt de legitieme portie € 2.500.

Twintig jaar geleden heeft de man echter zijn dochter € 100.000 geschonken om haar te helpen bij de aankoop van haar woning. Verder heeft hij drie jaar geleden € 5.000 geschonken aan de Hartstichting. De legitimaire massa waarover de legitieme portie moet worden berekend bedraagt dan € 115.000. De zoon (de legitimaris) heeft recht op een legitieme portie ten bedrage van € 28.750.

Wat betreft het geldend maken van de legitieme portie kan – op grond van art. 4:79 BW – de legitimaris een vordering verkrijgen op de gezamenlijke erfgenamen dan wel op de begiftigden, door inkorting als bedoeld in art. 4:89 BW. Is hetgeen een legitimaris uit de erfenis kan verkrijgen onvoldoende om hem zijn legitieme portie te verschaffen, dan kan hij daarvoor vatbare giften inkorten, voor zover zij aan zijn legitieme portie afbreuk doen (art. 4:89 lid 1 BW).

Inkorting van giften leidt niet tot vernietiging van de gift, maar tot een vordering van de legitimaris op de begiftigde (art. 4:79 sub b BW). Inkorting van giften voltrekt zich buiten de nalatenschap om. Door de verklaring van de legitimaris aan de begiftigden verkrijgt de legitimaris een vordering op de begiftigden. De omvang van de vordering is maximaal de waarde van de gift overeenkomstig art. 4:66 BW.

Aangezien in de nalatenschap in ons voorbeeld slechts € 10.000 beschikbaar is, zal de zoon het resterende bedrag ad € 18.750 dat hem toekomt kunnen vorderen van de Hartstichting (€ 5.000) en het restant van zijn zus (€ 13.750).

Legitieme portie vaak hoger dan gedacht

Door deze inkortingsregeling voor giften is de legitieme portie vaak flink hoger dan je op het eerste gezicht zou denken. Het tekort kan worden teruggevorderd van degenen die de giften hebben ontvangen. Het kan voor kinderen (of kleinkinderen) die erven van hun (groot-)ouders dan ook interessant zijn om na te gaan wat er met het vermogen van de erflater is gebeurd in de jaren vóór zijn overlijden. Met een verklaring van erfrecht kunnen de bankmutaties van de jaren voorafgaande aan het overlijden worden opgevraagd.

Let op de termijn!

Het beroep op de legitieme portie moet binnen een termijn van 5 jaar na het overlijden worden gedaan. Die termijn geldt ongeacht of de legitimaris (degene die gerechtigd is tot de legitieme portie) op de hoogte is van het overlijden.

Belanghebbenden die eerder duidelijkheid willen krijgen of de legitieme portie wel of niet zal worden opgeëist, kunnen aan de legitimaris een redelijke termijn stellen om zich daarover uit te spreken. Als de legitimaris een gestelde termijn laten verlopen, of als er vijf jaar is verstreken na het overlijden, dan vervalt de mogelijkheid  om aanspraak te maken op de legitieme portie.

 

Vragen?

Lloyd advocaten adviseert en procedeert op het gebied van erfrecht. Bij vragen of problemen rondom de afwikkeling van een erfenis kunt u zich wenden tot Olga Toxopeus