Nieuwe wet flinke verbetering van het huwelijksvermogensrecht

De wet ‘Beperking wettelijke gemeenschap van goederen’ is op 28 maart 2017 door de Eerste Kamer aangenomen en zal in werking treden per 1 januari 2018. Wat betekent deze wet voor stellen met trouwplannen?

Huidige wet: gemeenschap van goederen.

Trouw je vóór 1 januari 2018, dan trouw je automatisch in gemeenschap van goederen, tenzij je vooraf bij de notaris huwelijkse voorwaarden hebt laten opmaken. Trouwen in gemeenschap van goederen betekent dat alle bezittingen én alle schulden gemeenschappelijk worden. En in geval van echtscheiding moet in principe alles bij helfte worden verdeeld.

Er zijn een paar uitzonderingen op de wettelijke gemeenschap van goederen:

  • Een door de ene echtgenoot verkregen erfenis of schenking valt niet in de gemeenschap van goederen indien degene die is overleden of de schenker dit uitdrukkelijk bij testament of notariële schenkingsakte heeft bepaald (de zogenoemde uitsluitingsclausule bij testament of schenkingsakte).
  • Zogenoemde verknochte goederen en verknochte schulden vallen niet in de gemeenschap van goederen. Een voorbeeld hiervan is een verkregen recht of vordering op smartengeld voor één van de echtgenoten na een ongeval.
  • De door echtgenoten vanaf 1995 opgebouwde pensioenrechten maken geen deel uit van de gemeenschap van goederen maar kunnen bij echtscheiding al dan niet worden verevend volgens de Wet Verevening Pensioenrechten.

De wettelijke gemeenschap van goederen leidt in de praktijk vaak tot nare situaties. Het is heel zuur als het vermogen van de één verdwijnt in de zakken van de schuldeisers van de ander. En bij echtscheiding is de ramp soms nauwelijks te overzien als een van beiden een eigen onderneming heeft; de ex heeft immers aanspraak op de helft van de waarde van de onderneming, maar het uitkeren van die waarde kan de ondergang van het bedrijf betekenen. De nieuwe wet ‘Beperking wettelijke gemeenschap van goederen’ ondervangt deze problemen.

Per 1 januari 2018: Beperking wettelijke gemeenschap van goederen.

Vanaf 1 januari a.s. geldt een nieuwe standaard van het huwelijksvermogensrecht: wie trouwt maar tevoren niets bij de notaris regelt, trouwt automatisch in beperkte gemeenschap van goederen. Enkel de bezittingen en schulden de beide echtelieden gedurende het huwelijk opbouwen, of die reeds vóór het huwelijk gemeenschappelijk waren, zullen in de gemeenschap vallen. In geval van echtscheiding zullen alleen die gemeenschappelijke bezittingen en schulden moeten worden verdeeld.

Het voorhuwelijkse vermogen, en ook giften en erfenissen die tijdens huwelijk worden verkregen, blijven privévermogen. Verder wordt de wetsbepaling op grond waarvan een curator verhaal kan nemen op de eigendommen van de niet-failliete echtgenoot, geschrapt.

Door de beperkte gemeenschap van goederen kunnen er drie verschillende vermogens ontstaan tijdens het huwelijk: één gemeenschappelijk vermogen en de twee privévermogens van iedere echtgenoot. Het voordeel van de beperkte gemeenschap volgens de nieuwe wet is dat een echtgenoot niet meer opgezadeld wordt met schulden die de andere echtgenoot voor het huwelijk is aangegaan. Ook hoeft een erfenis of schenking die door een van de echtgenoten wordt verkregen niet meer met de ander te worden gedeeld.

Wie na 1 januari 2018 toch in gemeenschap van goederen wil trouwen, moet eerst naar de notaris om dat in een notariële akte laten vast leggen. Naar verwachting zullen maar weinig stellen van die mogelijkheid gebruik gaan maken.

Leg goed vast wie wat heeft aangebracht.

De nieuwe wet is een hele verbetering maar biedt geen volledige bescherming van vermogens. Wat als een van de echtgenoten privégeld steekt in de aankoop van de gezamenlijke woning of een verbouwing van een gezamenlijk pand? Het verstandig om dan schriftelijk vast te leggen op welke manier de inbreng van privégeld moet worden verrekend bij verkoop van de woning of bij echtscheiding. Ook beschermt de nieuwe wet niet altijd tegen schuldeisers van je partner. Een echtgenoot die beweert dat een bepaald vermogensbestanddeel zijn privé-eigendom is in plaats van gemeenschappelijk, moet dat namelijk wél kunnen bewijzen. Het is dus zaak om voor het huwelijk goed vast te leggen, liefst bij de notaris, welke zaken privé zijn aangeschaft en welke aankopen gezamenlijk zijn gedaan.

 

Olga Toxopeus